Hoe maak je een droogbloemenvenster? (deel 1: bloemen kiezen, zaaien en plukken)

Afbeelding
Foto door Cynthia Slort

Een droogbloemen­venster maken is niet moeilijk, maar het vraagt wel geduld, gevoel voor compositie en kleur, en precisie. Ik neem jullie mee van begin tot eind! 

Het begint allemaal, zeg, een half jaar van tevoren met het uitkiezen van de bloemen die je wilt gaan gebruiken. Heel veel bloemen zijn daar ongeschikt voor, omdat ze te groot zijn, teveel vocht bevatten en gaan rotten en bruin worden of heel snel hun kleuren verliezen. Bloemen die geschikt zijn zijn o.a. korenbloem, madeliefje, viooltje, hortensia, lathyrus. Misschien wil je wat eenjarigen zaaien. Natuurlijk kun je ook veel soorten kopen in het tuincentrum, maar uit duurzaamheids- of financiële overweging kun je beter uit zaad kweken of swappen natuurlijk (lees blog over Plantswapp). Kijk eens bij De Cruydthoeck of De Zaden voor goede zaden en inheemse planten. Het is vooral een kwestie van experimenteren. Wat werkt wel en wat werkt niet. 

Goed, het zaad is ontkiemd, je hebt de babyplantjes kunnen behoeden van regen, wind en slakken en de bloemen bloeien inmiddels. Wanneer pluk je ze? Ik wacht altijd heel lang met plukken, zodat de insecten eerst goed kunnen eten en de bloem volledig in ontwikkeling is gekomen. Voor droogbloemen maakt het vaak niet zo uit als de bloemen wat gerafeld zijn. Maar wacht ook niet te lang, want dan vallen de bloemen uit elkaar of krijgen bruine vlekken. 

Neem bij het plukken niet alleen bloemen mee. Het is leuk om ook knoppen, bladeren, stengels en zaaddozen te gebruiken.

In de volgende blog beschrijf ik de stappen van drogen tot en met het schikken van de bloemen.